Sigmund onderzocht

Iedereen kent Sigmund, de geobsedeerde, chauvinistische, maar vooral depressieve psychiater, die elke dag in De Morgen staat. Iedereen zegt dat ze hem een vies, geil mannetje vinden, maar stiekem vinden ze hem ‘megacool’, want Sigmund is gewoon Sigmund. Peter De Wit kent hem ook, die Sigmund. Van heel dichtbij zelfs. Peter De Wit heeft Sigmund immers bedacht en is nu nog steeds zijn geestelijke peetvader.
Op de Stripgidsdagen in Turnhout had hij een signeertafeltje. Toch bleef zijn pen bijna onaangeroerd. Kennen de striplezers Sigmund niet? Lezen ze dan geen kranten? Wij stellen u voor: Peter De Wit, de man achter Sigmund.

Wie is Sigmund eigenlijk?
De Wit: Sigmund is een psychiater met een ongezonde dosis cynisme en obsessie en een accuut tekort aan een meisje en een rechteroog. Wie bij hem op visite komt, komt steevast depressiever buiten dan dat hij al was. Hij heeft in de loop van de jaren een hele evolutie meegemaakt. Vroeger was hij gewoon een nare, cynische eikel en nu is hij een nare, cynische eikel, die er veel slechter aan toe is dan zijn patiënten. Hij is dan ook gehandicapt. Hij is klein, dik en lelijk, heeft maar één oog, is per slot van rekening een therapeut en heeft geen meisje. Zielig, he?

Hoe en wanneer heb je Sigmund bedacht?
De Wit: Dat is een grappig verhaal. Nou ja, grappig… Vroeger hield ik me vooral bezig met kinderstrips. Een leuke bezigheid op zich, maar een paar keer per jaar kreeg ik er wel dipjes van. Ik zag het plezier in mijn werk niet meer en zag er tegenop om de rest van mijn leven ‘stomme tekeningetjes’ te moeten maken. Om mezelf op te vrolijken begon ik dan lekker zwarte humor in mijn verhaaltjes te steken. Ik had een schets-boek waar ik strips maakte die over mensen gingen die zelfmoord gingen plegen en dan op zoek gingen naar een therapeut. En die therapeut, later Sigmund gedoopt, zette die mensen aan om door te gaan met dat macabere plan. Op één of andere ‘twisted’ manier beurde dat me op.

Hoe verliep Sigmunds verdere carrière?
De Wit: Ik maakte een bundeltje met Sigmund-tekeningen en noemde het “Mensch, durf te leeven”. De mensen van de Volkskrant kregen dat boekje in handen en vonden het leuk, maar de titel was maar niks. Veel te lang en helemaal niet catchy. Daarom maakte ik er Sigmund van. Ik vind het persoonlijk briljant gevonden. Het is kort, het is catchy en bovendien kent iedereen Sigmund Freud. Je maakt heel makkelijk de associatie naar psychotherapie. En Sigmund is een naam die je in alle talen kan gebruiken. Heel makkelijk voor internationale kranten, dus. Sigmund staat trouwens ook wekelijks in een Zwitserse krant.

Hoe begon je eigen carrière?
De Wit: Al heel vroeg. Ik was 15 toen ik, samen met een vriend een stripinformatieblad oprichtte. ‘Striprofiel’ heette het. Er stonden vooral interviews in met tekenaars die wij toen goed vonden. Bob De Moor (rechterhand van Hergé nvdr.), Hergé, Jan Kruis (Jan, Jans en de kinderen nvdr.) en Robert Van der Croft (Claire nvdr.). Ikzelf ben nu 22 jaar professioneel striptekenaar. Je kunt jezelf zo noemen als het je hoofdberoep is, dacht ik. In het begin deed ik vooral die kinderstrips, maar de bekendheid is pas gekomen toen Sigmund ontstond. Hij werd voor het eerst gepubliceerd in Het Laatste Nieuws.

Hoe kwam Sigmund in De Morgen terecht?
De Wit: Ik zorg zelf niet voor contracten en dat soort dingen. Mijn manager doet dat. Ik ben daar niet goed in. Hij stuurde een paar exemplaren van Sigmund op naar de redactie van De Morgen en ze vonden het blijkbaar goed. Ik kreeg een contract aangeboden.

Krijg je censuur opgelegd?
De Wit: Nee, helemaal niet. Ik ben totaal vrij. Ik ben enkel afhankelijk van de reacties van de lezers. In Nederland krijg ik veel reacties. De Sigmunds zijn daar meer gemaakt voor een Nederlands publiek. De mensen krijgen grapjes die enkel een Nederlander kan snappen. De strips zijn daar trouwens een nog populairdere rubriek dan hier. De reactie die ik uit België krijg, is het feit dat ik nog in De Morgen verschijn. Zegt genoeg, toch?
Het is belangrijk dat een striptekenaar geen censuur opgelegd krijgt. Een goede striptekenaar moet zo vrij kunnen zijn dat hij zijn eigen grenzen kan bepalen.

Wat denk je zelf over strips in kranten? Worden ze gelezen?
De Wit: In de Volkskrant weet ik dat Sigmund gelezen wordt. De Volkskrant is een populaire krant en Sigmund is de enige strip die daarin verschijnt. Het is er een belangrijk onderdeel van de krant, net als de columns. Het heeft zijn eigen publiek dat meteen zou afhaken moest de strip verdwijnen. Je vraagt je trouwens wel eens af waarom mensen de krant überhaupt lezen. Het is oud nieuws dat gisteren al op radio en TV geweest is. De strips en de columns geven een meerwaarde, een andere kijk op het nieuws. Heeft De Morgen een goede keuze gemaakt met Sigmund? Past Sigmund bij de modale De Morgenlezer?
De Wit: Ik denk het wel. Je kunt het volgens mij vergelijken met De Volkskrant. De denkende mens, die dan nog eens de krant leest ook. Ik denk trouwens dat iedereen zich kan inleven in Sigmund. Iedereen weet wat een psychiater is en heeft wel eens gelezen of gezien hoe die die werkt. Er zijn tegenwoordig meer en meer mensen die al contacten hebben gehad met psychiaters. Meestal beseffen ze later dat ze het beter zelf hadden opgelost en dat ze een pak geld kwijt zijn.

Geeft Sigmund een goed beeld van de gemiddelde psychiater, denk je?
De Wit: Ik mag hopen van niet. Hij is een gore klootzak. Hij moedigt zelfmoordpatiënten aan, lacht zijn patiënten uit, is jaloers op de koppeltjes die om seksueel advies komen en zou beter zelf eens een psychiater opzoeken. Ik zou het persoonlijk niet fijn vinden om therapie te krijgen van een onstabiel persoon. Het lijkt me nogal absurd. Misschien is het nog eens een idee voor een strip (lacht).

Merk je nieuwe trends op in de stripwereld?
De Wit: Ja, hoor. Er komen minder en minder strips met pagina-lange feiten. De striptekenaar gaat achter de feiten aan als een wolf. Vooral de krantenstrips worden ‘getekende columns’. De column voor de niet-columnlezer, eigenlijk. Een strip is immers in een oogopslag gelezen.

Vind je niet dat strips alsmaar gemener worden?
De Wit: Nee, juist niet. Vroeger had je die tendens, maar daar is men snel vanaf gestapt. Sigmund gebruikt soms ook wel eens een vies woord, maar dat is louter functio-neel. Het functionele bloot van het theater, eigenlijk. Ik gebruik het zeker niet om het “Kijk mij eens durven!”. Vieze woorden verkopen wel. Daar kun je niet omheen, maar een strip wil toch op de eerste plaats een gevoel overbrengen en dat gevoel krijg je niet overgebracht met alleen maar vieze woorden? Je moet een beetje kunnen tekenen ook, he. Vieze woorden schrikken mensen soms ook af. Als iedereen het doet, ben je niet meer origineel en koopt geen kat je boekjes.

Je maakt de vergelijking met theater. Op de bühne zie je meer en meer bloot en schokkende woorden. Waarom gebruikt de stripwereld dat niet?
De Wit: Je vergeet dat strips op papier staan. Als je een goor woord gebruikt op de bühne, is je publiek het binnen vijf minuten vergeten. Joep Van ‘t Hek zegt op theater soms al te gore dingen. Het publiek vergeet dat. Het is gezegd en het is vervlogen. Op papier kunnen mensen oneindig terugbladeren: “Oh, dat was ik vergeten, dat hier ‘kut’ staat. Oh! Wat gemeen!” Je moet als striptekenaar altijd rekening houden met het ‘wat-geschreven-is-staat-er-fenomeen’. Je kan het niet meer wegwissen als je het achteraf te grof vindt. Van ‘t Hek gebruikt de volgende dag gewoon een ander woord. Wie zou dat merken?

Terug